Vlaamse Rotsplanten VerenigingNederlandse Rotsplanten Vereniging
Citaat van: Frankie Wulleman op 26 januari 2025, 15:30:24Hans, ik heb het allemaal nog eens op een rijtje gezet en met iemand overlegd die er ook wel iets van af weet en het is wel degelijk mogelijk dat beide crocussen kunnen hybridiseren. Maar voor ons amateurs/liefhebbers is dat zo goed als onmogelijk om vast te stellen omdat je bijna enkel kan afgaan op het aantal chromosomen die een plant heeft. Bijvoorbeeld: ik vond geheel witte crocussen in een gemengde populatie. Maar welke soort is het dan juist? Zowel vernus als heuffelianus kunnen volledig wit zijn. Determinatie kan bijna enkel gebeuren op basis van het aantal chromosomen. Vernus heeft er 8, heuffelianus 10. Pas als we spreken van een tetraploïde kruising zullen er 18 chromosomen te tellen zijn. Zoiets kunnen wij bijna nooit weten. Maar wel belangrijk om te weten: een gewone diploïde kruising tussen vernus en heuffelianus is zo goed als onmogelijk. Als er dus kruisingen zijn, dan zijn het enkel tetraploïde kruisingen (met alle chromosomen van beide planten) . Of kruisingen tussen een tetraploïde plant en de gewone soort (vernus of heuffelianus), die zouden ook mogelijk zijn. Maar ik zeg bijna. Toch zijn er ook visuele aanwijzingen of we met tetraploïde plant te maken hebben. Deze hebben in de regel grotere bloemen, groeien sneller en vormen snel grotere groepen waardoor de (zwakkere) ouderplanten langzaam aan verdrongen worden. Nog een belangrijk kenmerk bij een tetraploïde hybride is het grotere aantal bloemen dat er kan geproduceerd worden per bol. Wat Iris pumila betreft heb je gelijk. Het blijkt dat Iris pumila wel degelijk een verdubbeld chromosomen aantal heeft wat wijst op een tetraploïde hybride, maar wel eentje die lang geleden ontstaan is. Daardoor kon de plant zo'n groot gebied inpalmen vanwege de sterke groeikracht. Maar toch vreemd dat deze groeikrachtige hybride het dan toch niet zo goed doet in onze tuinen. In ieder geval, hartelijk dank Hans om dit ook eens in de schijnwerpers te plaatsen. Dat leidt tot geheel andere inzichten. Het v-merk bij crocus duidt normaal op heuffelianus, maar het kan evengoed een hybride zijn. Ja, tetraploïde planten zijn vaak sterker en groter, hebben meestal ook grotere bloemen. Dat is ook de reden dat er in de Iris-kwekerij regelmatig kunstmatige tetraploïden zijn gemaakt met behulp van colchicine.Dat maakt het inderdaad wel vreemd dat Iris pumila nu juist niet erg sterk is, terwijl de cultivars die ermee zijn gekweekt dat juist wel zijn. Misschien lukt het om via zaailingen vormen te selecteren die beter aangepast zijn aan ons klimaat. Die cultivars zijn natuurlijk ook geselecteerd uit grote aantallen zaailingen.
Hans, ik heb het allemaal nog eens op een rijtje gezet en met iemand overlegd die er ook wel iets van af weet en het is wel degelijk mogelijk dat beide crocussen kunnen hybridiseren. Maar voor ons amateurs/liefhebbers is dat zo goed als onmogelijk om vast te stellen omdat je bijna enkel kan afgaan op het aantal chromosomen die een plant heeft. Bijvoorbeeld: ik vond geheel witte crocussen in een gemengde populatie. Maar welke soort is het dan juist? Zowel vernus als heuffelianus kunnen volledig wit zijn. Determinatie kan bijna enkel gebeuren op basis van het aantal chromosomen. Vernus heeft er 8, heuffelianus 10. Pas als we spreken van een tetraploïde kruising zullen er 18 chromosomen te tellen zijn. Zoiets kunnen wij bijna nooit weten. Maar wel belangrijk om te weten: een gewone diploïde kruising tussen vernus en heuffelianus is zo goed als onmogelijk. Als er dus kruisingen zijn, dan zijn het enkel tetraploïde kruisingen (met alle chromosomen van beide planten) . Of kruisingen tussen een tetraploïde plant en de gewone soort (vernus of heuffelianus), die zouden ook mogelijk zijn. Maar ik zeg bijna. Toch zijn er ook visuele aanwijzingen of we met tetraploïde plant te maken hebben. Deze hebben in de regel grotere bloemen, groeien sneller en vormen snel grotere groepen waardoor de (zwakkere) ouderplanten langzaam aan verdrongen worden. Nog een belangrijk kenmerk bij een tetraploïde hybride is het grotere aantal bloemen dat er kan geproduceerd worden per bol. Wat Iris pumila betreft heb je gelijk. Het blijkt dat Iris pumila wel degelijk een verdubbeld chromosomen aantal heeft wat wijst op een tetraploïde hybride, maar wel eentje die lang geleden ontstaan is. Daardoor kon de plant zo'n groot gebied inpalmen vanwege de sterke groeikracht. Maar toch vreemd dat deze groeikrachtige hybride het dan toch niet zo goed doet in onze tuinen. In ieder geval, hartelijk dank Hans om dit ook eens in de schijnwerpers te plaatsen. Dat leidt tot geheel andere inzichten. Het v-merk bij crocus duidt normaal op heuffelianus, maar het kan evengoed een hybride zijn.
Danny, ik kan je met alle plezier het complete artikel toezenden, maar ik heb je e-mail adres niet. Ik verzamel al geruime tijd dit soort wetenschappelijke artikelen, eerst over het geslacht Saxifraga en Cyclamen, nu vooral over de geslachten Iris en Crocus en artikelen die meer in het algemeen gaan over zaken als soortvorming bij planten en de rol van hybridisatie en polyploïdie bij die soortvorming.
zeer mooi verslag van een super mooie reiskan me voorstellen dat je daar nog eens terug gaat
Ik weet niet of dit prachtig reisverslag nu offIcieel is afgesloten Frankie ?