Hier komt het dan :
Goededag en dat het een mooie zijn mag
Het hiernavolgende gedichtje gaat over Marcel, maar het zou evengoed over Marieke, Antoine, Sofie of Louis kunnen gaan. Dank zij individuen als Marcel zijn wij gezond en wel en mankeren wij meestal niets. In de natuur is er een allesoverheersende wet : de wet van de sterkste. De sterkste overleeft, en dat heeft zo zijn redenen.
Er was eens een spermacel
Zijn naam was de Marcel
Hij had een dikke kop
Met een paar haartjes erop
En ook een heel lange staart
Echter geen baard
Hij zag er aartslelijk uit
Maar dat interesseerde hem geen fluit
Hij was een kampioen in het zwemmen
En had net als kinderen geen remmen
In een balzak was hij ontstaan
Daaraan dankte hij zijn bestaan
Hij was al lang aan het wachten
En ook aan het smachten
Om de wijde wereld in te gaan
Wanneer kwam dat er aan ?
Op een morgen was hij aan het dromen
Maar dan voelde hij het komen
Hij was heel monter en blij
Want de weg was eindelijk vrij
Met een geweldige kracht en snelheid
Werd hij uiteindelijk bevrijd
Marcel kwam de penis uit
Ook wel genoemd de fluit
Maar het was een desillusie
En de spermazoïden maakten allen ruzie
Want ze zaten allemaal op een kluit
En ze konden er niet meer uit
Wat is dat nu zeg !
Een condoom versperde de weg
Maar Marcel wist wel raad
Hij was weer eens paraat
Met zijn drietand maakte hij een scheur
En zo opende hij een deur
Marcel en zijn kompanen konden weer zwemmen
En de binnenkant van de vagina verkennen
Hij mocht echter niet verkalmen
En zeker niet meer talmen
Marcel moest zich haasten
De anderen waren wel zijn naasten
Maar dat was maar schijn
Slechts een enkele kon er de eerste zijn
Hier en daar gingen spermacellen aan de kant
En zogen zich vast aan de vaginawand
Nog anderen dronken een koele pint
En gingen daarna door het lint
Sommigen waren het noorden kwijt
Tot hun allergrootste spijt
Menige hadden problemen met hun staart
En dat speelde niet in hun kaart
Hun aandrijving was naar de knoppen
Vanaf nu moest ieder zijn eigen boontjes doppen
En Marcel mocht niet meer stoppen
Hij moest als eerste de eicel bereiken
En zeker niet bezwijken
Hij moest tegen de anderen vechten
En de strijd in zijn voordeel beslechten
Desnoods de anderen doormidden bijten
Het mocht hem niet spijten
De anderen moesten wijken
Hij haastte zich als nooit tevoren
En begon zich een weg naar boven te boren
Hij zwom dat het een lieve lust was
En gaf ook wel serieus gas
Hier en daar gaf hij zijn concurrenten een klap
En dat was niet voor de grap
Na een paar uur was hij bijna bij zijn doel gekomen
En dacht, nu ben ik wel aan het dromen
Hij zag daar zwarte spermacellen
En er ontstonden meteen rassenrellen
Waar kwamen die nu vandaan ?
Die bedreigen ons bestaan
Er waren zelfs hier en daar Chinezen
Ja maar, niet met den dezen
Marcel was echter schrander
En liet het vechten over aan een ander
Marcel ging er vandoor
En begon naarstig aan zijn geboor
De eicel had een dikke rand
En reeds velen waren er op gestrand
Het was een echt slagveld
Net een grote vuilnisbelt
Marcel had echter zijn drietand
En zo maakte hij een gaatje in de buitenkant
Marcel was buiten zijn zinnen
Ja hoor, hij was als eerste binnen
Snel, als een schicht
Maakte hij het gaatje dicht
Om zijn concurrenten te beletten
De eicel te besmetten
En zo moest hij geen plan meer beramen
Hij was at last met de eicel samen
Zijn werk was bijna gedaan
Marcel kon nu nieuw leven doen ontstaan
De samensmelting was de volgende fase
En bracht hem tot totale extase
Enkel Marcel kon zijn genen verder geven
En op die manier verder leven
Zijn kompanen had hij wel graag
Maar ze waren veel te traag
Ze gingen allen dood
Want de ene zijn dood is de andere zijn brood
Na negen maanden zag Marcel eindelijk het licht
En had hij ook een veel mooier gezicht
En het verhaaltje ging over een nieuwe spruit
Maar nu is het wel helemaal uit

Het gedicht is wel wat lang, maar 9 maanden zijn nog veel langer ...

Woehahaaa !