De volgende dag weer aan de andere kant van de Inn, bij Fendels met de stoeltjeslift omhoog. Daarna een lange wandeling omhoog naar de Anton Renk Hutte, waar vlakbij een hoge waterval de Fallender Bach te zien is. Deze is zo’n 170 m hoog. Onderweg weinig nieuwe planten gezien. Wel een flink heideveld overgestoken met veel Rhododendron ferrugineum en hier en daar (foto 1) de beredruif, Arctostaphylos uva-ursi. Vlak voor de hut de eerste Sempervivums (montana) en een Saxifraga soort (foto 2) waarvan ik de naam niet weet. Deze 2 soorten groeien in een puinveld. Bij de hut (foto 3) hoopten we wat te kunnen drinken en rusten, maar helaas deze hut was alleen voor verdwaalde en vermoeide bergbeklimmers om te overnachten. Omdat wij geen drinken meegenomen hadden heb ik maar wat sneeuw geconsumeerd. Zeer verfrissend! Kort na het begin van de afdaling de waterval (foto 4).