Rhododendron auriculatum (auriculatum betekent oorvormig en verwijst naar de vorm van het blad waar het aan de steel vastzit), is inheems in verschillende provincies van China: Hupei, Sichuan, Guishou, waar hij in de bossen op rotsachtige hellingen groeit, op hoogtes tussen de 500m en 2300m.
Augustine Henry was de eerste westerling die deze struik ontdekte in 1885, maar het was Ernest Wilson die deze rhododendron meebracht naar Engeland in 1901 en bij een volgende missie in 1907 meerdere planten opstuurde vanuit China.
Rhododendron auriculatum is bladhoudend en vormt een rechtopgroeiende struik die uiteindelijk 5m hoog en breed kan worden, maar dat is pas na 20 à 30 jaar. De bladeren zijn lang (tot 30cm) en relatief smal. De bovenkant is dof donkergroen en de onderkant is lichtgroen met een bruin donslaagje. De stam van de nieuwe twijgen is bezet met lange rode schubben: de overblijfselen van de schubben die de blad- en bloemknoppen beschermen. Deze soort bloeit eind juli en begin augustus, wat uitzonderlijk laat is voor een rhododendron. De grote, witte bloemen staan in trosjes bij elkaar aan het uiteinde van de takken. De geur is onvergetelijk en vult de hele tuin bij windstil weer.