Tragopogon pratensis s. pratensis heb ik als zaad uit de omgeving van Chamonix meegenomen. Bekend als de gele morgenster. Een bijzondere plant want de bloemen gaan om 4.00 open en sluiten rond 11.00. Dat kan je mooi zien op de laatste 2 foto’s. Ik vond ook nog een oude tekst uit een antieke flora over deze plant:
Tragopogon pratensis subsp. pratensis. Gewöhnlicher Wiesen-Bocksbart, gewone gele morgenster.
De wortels hiervan kunnen ook gegeten worden, maar zijn minder geschikt. Kook ze tot ze zacht zijn, doe er boter op, dan heb je een aangenaam maal die appetijt veroorzaakt, de maag verwarmt en versterkt diegene die ziek geweest zijn na een langdurig ziekbed.
Naam.
(a) Het melksap is zoet, wordt graag door de kinderen gegeten, de langharige vruchtkop is baardachtig.
In verschillende landen bestond de gewoonte dat de jeugd op hun tochten door de velden de stengels plukten, kauwden en verkwikt en gesterkt werden door de bitterzoete melk die ze bevat. Daarmee moet de Duitse naam Burzestengel, Habermark, Haberris, Hasebrot en Habermauch samenhangen, Habermalch, -mark, -milch, -moch, wilde Haferwurzel, Kalbermilch, Milchchrut, Zuckerstengel of Sussling, Soldatesurampfer, Matte(n)lauch, Zwitsers Habermark
(b) De gele morgenster opent zijn sterren ‘s morgenvroeg om 4 uur en sluit die tussen 9‑11 uur. Vandaar dat het jack go tot bed at noon in Engeland heet, bij Lyte in 1578 go to bedde at noon, noonday flower, nap at noon, noon tide, shephard’s clock, Duitse Morgenstern, Sunnabluoma.
(c) Bocksbart, Engelse yellow goat’s beard, Duits Goasbart, Wolfsbart en Gauchbrot bij Bock, ook Gukkigauch, Guguke.