Even een korte toelichting bij G. reginae-olgae.
G. reginae-olgae kent twee ondersoorten nl. ssp. reginae-olgae (herfstbloeier) en ssp. vernalis (lenterbloeier). Er wordt nogal eens gezegd dat een verder onderscheid tussen de twee ondersoorten de ontwikkeling van de bladeren zou zijn tijdens de bloei. Bij ssp. reginae-olgae zouden de bladeren tijdens de bloei nog niet of slechts in zeer geringe mate aanwezig zijn. Bij ssp. vernalis zou de bladontwikkeling tijdens de bloei reeds duidelijk aanwezig zijn. Zelf heb ik ondervonden dat dit niet altijd zo is en dat daarom de mate van bladontwikkeling tijdens de bloei zeker géén distinctief kenmerk is. Het kenmerk om te bloeien ‘zonder ‘ blad deelt G. reginae-olgae overigens met G.peshmenii.
In de natuur bloeit ssp. reginae-olgae van oktober tot december afhankelijk van de groeiplaats (zon/schaduw, temperatuur, vochtigheid, hoogteligging, standplaats, …), in cultuur bloeit ssp. reginae-olgae soms al half september. Ssp. vernalis bloeit van december tot februari en soms zelfs tot maart. Een kloon van een vroegbloeier/laatbloeier in de natuur zal ook (meestal) in cultuur een vroegbloeier/laatbloeier blijken te zijn.
Van beiden subspecies bestaan diverse cultivars waaronder ook reeds enkele groengetipte en zelfs een poculiforme.
Foto 1: ssp. reginae-olgae (zonder bladontwikkeling)
Foto 2: ssp. vernalis (met bladontwikkeling)